-
1 flüssig
flüssig♦voorbeelden:flüssiger Verkehr • vlot verkeer3 flüssige Mittel • liquide, vlottende middelenGelder für den Bau flüssig machen • geld voor de bouw beschikbaar, ter beschikking stellen -
2 circulation fluide
circulation fluide -
3 fluide
fluide [fluu.ied]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉2 vluchtig ⇒ vliedend, ongrijpbaar, ondoorzichtig♦voorbeelden:huile fluide • dunne oliestyle fluide • vlotte stijlun fluide • niet-vaste stof, vloeistof, gas¶ un fluide • uitstraling, fluïdum -
4 flüssiger Verkehr
-
5 écoulement
écoulement [eekoelmã]〈m.〉1 (het) weg-, uitstromen ⇒ afwatering, lozing, afvoer3 (het) verstrijken ⇒ (het) voorbijgaan, verloop♦voorbeelden: -
6 fluidifier
fluidifier [fluu.iediefjee]〈 werkwoord〉
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский